Helaas moeten we berichten dat een voor het edelhert in Nederland en voor de Vereniging het Edelhert in het bijzonder markant figuur niet meer onder ons is. We hebben het over Bob Litjens. Hij overleed op 10 december van het afgelopen jaar op 92-jarige leeftijd.

Hetgeen volgt is een verhaal met een persoonlijke invalshoek, want ik kwam al jong – in mijn studententijd op de (toenmalige) Hogere Bosbouw- en Cultuurtechnische School en later Landbouwhogeschool Wageningen - in het begin van de jaren ’90, in contact met Bob. Hij sleepte me toen al mee naar Kootwijk om er ’s avonds in een cafeetje aan te schuiven bij de indertijd daar gehouden vergaderingen van het bestuur van Vereniging het Edelhert (toen nog Vereniging tot Behoud van het Veluws Hert). 

Bob Litjens gekozen tot bestuurslid VhE ALV 1992 kln

[VLNR - zittend: Ton Heekelaar, Gerrit Jan Spek, Reina Westermann. VLNR staand: Bob Litjens en Dick van den Hoorn. Foto uit Het Edelhert, 27e jg, nr 2, zomer 1992.]

Bob Litjens is op de Algemene Ledenvergadering van 1992 in het bestuur van de vereniging gekomen. Het bestuur bestond vanaf dat moment uit Dick van den Hoorn (vz), Reina Westermann (secr), Frank Broek, Ton Heekelaar, Gerrit Willem Kamp, Roland Peltzer, Gerrit Jan Spek en Paul Buitenhuis. Velen van hen zijn jarenlang en bij herhaling actief geweest voor de vereniging en sommigen zijn dat nog steeds. Zaken die in die tijd speelden waren de strijd om het inheems verklaard krijgen van het damhert, de ecoducten en ook de Oostvaardersplassen kwamen al regelmatig langs; daar werden immers in 1992 de eerste herten geïntroduceerd. 

In zijn dagelijks leven was Bob Litjens toentertijd werkzaam als Consulent Natuur, Milieu en Faunabeheer (NMF), een onderdeel van het Ministerie van LNV (hij zat in Arnhem, in een kantoorgebouw bij Velperpoort). Bob coördineerde de grofwildtellingen en werkte ze ook uit. Daar mocht ik voor hem meewerken aan de eerste evaluatie van de beide ecoducten over de A50 – toen nog vaak aangeduid als, ’wildwissels’ of ‘cerviducten’ - op basis van de door de faunabeheerders regelmatig uitgevoerde prententellingen. In 1983 schreef hij vanuit die functie bijvoorbeeld een ‘voorstel draaiboek hertentelingen voorjaar 1984’; in 1984 verzorgde hij de ‘hernieuwde versie classificatie edelherten’ en in 1985 schreef hij een artikel in het tijdschrift Weg en Water over de ‘wildwissels in Rijksweg A50’. In het begin van de jaren ’90 was hij ook heel actief met het verkennen van de mogelijkheden van andere ecoducten op andere locaties binnen het Veluwemassief, bijvoorbeeld tussen Apeldoorn en Stroe en tussen Heerde en Hattem.

Bob was recht voor de raap; hij draaide niet om de dingen heen en was oprecht in zijn bedoelingen. Je moest hem wel even leren kennen, althans zo heb ik het ervaren. Hij had niet alleen oog voor de edel- en damherten, ook de wilde zwijnen konden op zijn aandacht rekenen (ik herinner me een artikel van zijn hand in Het Edelhert met de titel: ‘wilde zwijnen zijn ook graseters’) en zelfs over moeflons heeft hij het één en ander geschreven (bijvoorbeeld een artikel in 1990 in het tijdschrift Zoogdier: ‘Moeflons op de Veluwe’).

Kortom: met het heengaan van Bob Litjens zijn wij een persoon kwijtgeraakt die veel voor de Veluwse fauna heeft betekend, voor de herten in het bijzonder, zowel vanuit zijn beroepsmatige insteek als ook vanuit zijn rol als bestuurslid bij Vereniging het Edelhert.

Wij wensen de familie Litjens veel sterkte toe met dit verlies en wij koesteren de herinneringen aan Bob en zijn impact, waarvan we hierboven slechts een kleine doorsnede hebben gegeven.

Bas Worm, namens het gehele bestuur van Vereniging het Edelhert.