Nieuwsbericht van SBB , 4 juni 2005

In de Oostvaardersplassen heeft Staatsbosbeheer een aantal jaren ervaring met het laten liggen van kadavers van herten. Ze blijken een bron van leven te zijn voor allerlei diersoorten. Vossen, raven, kraaien en allerlei keversoorten doen er hun voordeel mee.

Kroon
De laatste paar jaar kwamen daar de zeearenden bij, waarvan inmiddels een mogelijk paartje het hele jaar is gebleven. Maar de kroon op het werk is wel de komst van de monniksgier Carmen, die nu al bijna drie maanden in de Oostvaardersplassen verblijft. Gieren zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van kadavers van grote zoogdieren. De Oostvaardersplassen is een van de weinige gebieden in Europa waar deze met uitsterven bedreigde vogelsoort nog kadavers kan vinden. In Frankrijk worden de dieren bijvoorbeeld gevoerd met dode schapen van boeren.

Nieuw leven
Bij de processen in onze natuurgebieden horen dus niet alleen het leven en ontstaan van nieuw leven, maar ook het sterven en het daar op volgende afbraakproces. Ook na hun dood vervullen dieren een essentiële rol ten gunste van veel andere processen en organismen. Inmiddels is iedereen wel gewend aan dode en scheefhangende bomen in het bos, maar dode dieren laten liggen is nog weer een volgende stap waar het publiek vertrouwd mee moet raken.

Compleet beeld
Dood doet leven, een boek van Ruud Lardinois, informeert over de verschillende aspecten die hier een rol spelen en geeft een compleet beeld van het belang van deze nieuwe ontwikkeling in het natuurbeheer. Dit boek is te koop bij de Uitgever KNNV.