Uitspraak van de rechter, in hoger beroep Dierenbescherming versus SBB / Oostvaardersplassen. SBB is in het gelijk gesteld. Zie hier voor het vonnis

Het Gerechtshof in Den Haag heeft donderdag 15 februari j.l. het beroep verworpen dat de Dierenbescherming had aangespannen tegen de uitspraak van de rechter over de Oostvaardersplassen. De Dierenbescherming had geëist dat Staatsbosbeheer de grote grazers (paarden, runderen en edelherten) in het natuurgebied de Oostvaardersplassen moet bijvoeren bij winterse omstandigheden. Het Hof heeft de Dierenbescherming op alle aangedragen punten in het ongelijk gesteld.

Na het vonnis van de rechtbank vorig voorjaar is een rapport verschenen van het ICMO (International Committee on the Management of the Oostvaardersplassen). Het ICMO heeft het beheer van de Oostvaardersplassen door Staatsbosbeheer geanalyseerd en een lijst van aanbevelingen opgesteld die SBB dende op uit te voeren en op te volgen.. Het Gerechtshof heeft uit dit rapport onder meer overgenomen dat het belangrijke nadelen heeft om de grote grazers in de Oostvaardersplassen bij te voeren.

De Dierenbescherming had in het hoger beroep aangevoerd dat de runderen en paarden als ‘gehouden dieren’ moeten worden beschouwd, met een daarbij behorende zorgplicht voor deze dieren. Volgens het Hof zijn het echter géén gehouden dieren; Staatsbosbeheer heeft het eigendom over deze dieren verloren nadat ze in het gebied zijn uitgezet en verwilderd. Ook oefent Staatsbosbeheer geen ‘feitelijke macht’ uit over de dieren, maar laat de dieren zoveel mogelijk met rust. Weliswaar kunnen de dieren het gebied niet verlaten, maar het Hof geeft aan dat het gebied zo groot is dat het ecosysteem met de grote grazers zichzelf daar in stand kan houden.

Verder heeft de Dierenbescherming gesteld dat Staatsbosbeheer in strijd met de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren de gezondheid en het welzijn van de dieren benadeelt. Het Hof verwerpt dit en geeft aan dat de dieren in een natuurlijke omgeving leven waardoor sterfte door voedselgebrek kan optreden. Dat Staatsbosbeheer niet bijvoert betekent dan ook niet dat het Staatsbosbeheer is die de gezondheid of het welzijn van de dieren benadeelt. Bovendien geeft het ICMO rapport aan dat bijvoeren onder winterse omstandigheden niet effectief is en belangrijke nadelen heeft, aldus het Hof.

Ook verwerpt het Hof de stelling dat Staatsbosbeheer de dieren moet bijvoeren op grond van de wettelijke zorgplicht voor hulpbehoevende dieren. Met het toegepaste predatormodel voldoet Staatsbosbeheer afdoende aan die plicht. Ook ziet het Hof geen strijd met de zorgplicht voor in het wild levende dieren; bijvoeren lijkt volgens het Hof eerder de natuurlijke processen in het gebied te verstoren.

Bron: Persbericht Staatsbosbeheer